Slow Fashion
In 2019/2020 vond in Huis Van Gijn en het Dordrechts Museum een dubbelexpositie plaats: Slow Fashion. Centraal stond de duurzaamheid van onze voorouders. Kleding werd gerepareerd, aangepast aan de nieuwe mode en met liefde weer opnieuw gedragen.
Voor het eerst in 50 jaar werd de omvangrijke kledingverzameling van Huis Van Gijn getoond. Van een zeldzame achttiende-eeuwse Japonsche rok, een opvallende negentiende-eeuwse Schotse ruit japon tot een flapper dress uit de jaren 20. Een selectie van 50 topstukken liet de belangrijkste silhouetten van 150 jaar mode zien, van de achttiende tot en met de twintigste eeuw.
De wereld van de Fast Fashion vinden we nu heel gewoon. Collecties wisselen snel en kleding is zo goedkoop dat die vaak al na korte tijd wordt weggegooid. Hergebruik of repareren is er niet meer bij. De tentoonstelling Slow Fashion liet zien dat het lange tijd anders is geweest. Met kleding werd eeuwenlang zuinig en zorgvuldig omgesprongen, of je nu welgesteld was of niet. Kledingstukken gingen jaren mee, werden vermaakt en aangepast aan de laatste mode. Of ze kregen een andere bestemming, als meubelhoes bijvoorbeeld. Japonnen werden liefdevol gekoesterd, generaties lang. Om soms uiteindelijk terecht te komen in de collectie van Huis Van Gijn.
Slow Fashion liet zien dat het anders kan en dat steeds meer ontwerpers zich daarvan bewust zijn. Een aantal van hun ontwerpen sierden de tentoonstelling, geflankeerd door hun historische voorgangers. Slow fashion in een eigentijds en duurzaam jasje.
Verkleedjurk
Tussen 1880 en 1940 zijn verkleedfeesten razend populair. Tijdens gekostumeerde feesten, tableaux vivants en bals masqués dossen feestgangers zich maar al te graag uit, bij voorkeur in historische kleding. Vooral 18de-eeuwse japonnen zijn geliefd. In 1927 draagt Coralie Vriesendorp de trouwjapon van haar over-over-over-overgrootmoeder. Als verkleedjurk.
Weer modieus
Wat doe je in de 18de eeuw als je japon uit de mode is? Dan laat je er een modieuze japon van maken. Uit het overkleed dat hoorde bij deze japon, is een nieuw lijfje gemaakt, voorzien van een modieus middeleeuws aandoend geschulpt randje. De oude onderrok is hergebruikt. Zo kreeg de dure japon een tweede leven.
Tot meubelhoes gemaakt
Niet alleen de snit, maar ook de stof is bijzonder: met goudverf beschilderd katoen. Helaas was de rok vermaakt tot meubelhoes. Verloren voor de collectie, maar wel met een mooi verhaal
Ingekort
Een redingote is een zijden jas-jurk. Kenmerkend zijn de invloeden uit de mannenmode en militaire kleding: rijen knopen, brede revers en schouderkragen. Deze redingote is vermaakt. De rok is ingekort, maar niet afgeknipt. Aangepast aan de lengte van een andere draagster wellicht?
Aangepast
Aan de vermaaksporen is te zien dat deze japon verschillende keren is aangepast aan de laatste mode. Tussen 1830 en 1840 zijn volumineuze mouwen zeer modieus. Het puntvormige lijf wordt rond 1840 mode en is waarschijnlijk de laatste aanpassing. De mouwen zijn dan alweer ouderwets. Kennelijk deerde de eigenaresse dat niet.
Voor jaren mee
Chic en representatief, maar niet modieus. Mevrouw Staring-Blussé draagt deze japon op het huwelijk van haar dochter. Ze is dan 57 jaar. Dames 'op leeftijd' hoeven zich niet meer volgens de laatste stijl te kleden. De mouwen en het kant zijn vervangen rond 1910. Zo kon de japon weer jaren mee.
Voor later
Slechts eenmaal wordt hij gedragen, de trouwjapon. Eigenlijk verspilling van materiaal, arbeid en geld. Maar niet altijd. Zo laat mevrouw Vreugdenhil-Bouthoorn haar trouwjapon inkorten 'tot normale lengte'. Zo heeft de kersverse domineesvrouw er een representatieve japon bij. Dit kost haar maar 2 gulden extra, op een totaal maakloon van 15 gulden. Het materiaal zelf kost 58 gulden, 552 euro nu.